Interview: Terugblik op 18 jaar in Lelystad

geplaatst in: Algemeen | 0

Achttien jaar was Fritz Kaiser voorganger van onze gemeente in Lelystad, maar in juni verhuist hij samen met Mieke, Kristian en Vanessa naar Oostenrijk. Hij is beroepen door de Baptistengemeente Bujattigasse in Wenen. In een interview kijkt hij terug.

Hoe ben je als Oostenrijker eigenlijk in Nederland terechtgekomen?

Ik was bijna negen toen ik met mijn moeder uit Wenen naar Nederland verhuisde, eind 1980. We gingen in Hilversum wonen en sloten ons aan bij de Vrij Evangelische Gemeente, omdat daar geen baptistengemeente was. Ik ben me altijd Oostenrijker blijven voelen – in taal, in voorkeuren voor eten en drinken … In Oostenrijk liggen toch mijn roots. Het is dus bijzonder om daar nu met het gezin naar terug te gaan.

Hoe ben je in Lelystad beland?

De eerste kennismaking was best bijzonder. Ik studeerde theologie en was op zoek naar een stagegemeente. Ik klopte in Lelystad aan. Ze dachten zelf dat ze te klein waren voor een stagiair, maar vroegen wel of ik eens wilde komen spreken. Daarna werd ik vaker gevraagd. Er was eigenlijk meteen een klik, en in 2003, toen ik mijn opleiding had afgerond, ben ik beroepen als parttimevoorganger. In die periode overleed mijn moeder, zodat ik uiteindelijk pas op 1 februari 2004 ben ingezegend. Overigens werden Mieke en ik in diezelfde dienst eerst gedoopt. Omdat de volwassendoop in onze gemeente in Hilversum moeilijk lag en we dat niet op de spits wilden drijven, hadden we daarmee gewacht. Het was een heel mooi begin van onze tijd in Lelystad.

Hoe kijk je terug op de afgelopen achttien jaar in onze gemeente?

Wat ik het mooiste vind van het werk in de gemeente is dat je onderweg bent met mensen en dat je bij heel bijzondere momenten in hun leven aanwezig mag zijn: bij huwelijken, in gesprekken waarin ze geloofsstappen zetten, bij doop, geboortes, ziekte en sterven. Ook de ‘gewone’ ontmoeting met mensen is waardevol: of dat nu is op een kringavond, tijdens het koffiedrinken na de dienst of op de inloop – door elkaars verhaal te horen, elkaar te vertellen wat de Heer voor je betekent, door te delen en te bidden ontstaat er verbinding.

Daarnaast waren er natuurlijk ook bijzondere hoogtepunten. Bijvoorbeeld de werkvakantie met een groep gemeenteleden uit Emmeloord en Lelystad in Suriname om daar de broeders en zusters praktisch te helpen. En de groep Iraanse en Afghaanse vluchtelingen die vanuit een noodopvang in onze gemeente kwam. Met hulp van een Farsitalige gemeente in Almere mochten we hun het Evangelie vertellen en uiteindelijk een hele groep dopen. Om op die manier mensen vanuit de duisternis naar het licht te zien gaan, dat was heel speciaal.

Nu ben je beroepen door de gemeente Bujattigasse in Wenen. Hoe is dat gegaan?

Al vanaf het moment dat ik theologie ging studeren, heb ik ervoor opengestaan om terug naar Oostenrijk te gaan. Na mijn studie heb ik dan ook contact opgenomen met de Oostenrijkse Baptistenunie om dat te laten weten. Sindsdien ben ik op hun uitnodiging jaarlijks naar de voorgangersconferentie gegaan en zo is het contact gegroeid.

De gemeente waar wij naartoe gaan heeft zo’n zestig volwassen leden. Vroeger waren ze groter, maar ze hebben een paar moeilijke jaren achter de rug. De mensen die er nog zijn, zijn wel heel trouw en enthousiast. Sinds vorig jaar april zijn we al met hen in gesprek. Zij vonden het best een grote verantwoordelijkheid om iemand van zo ver weg te beroepen. Maar in de loop van de gesprekken merkten we dat we echt bij elkaar passen en dat dit Gods weg is. Daarin voelden we ons ook bevestigd toen alle leden unaniem instemden met het beroep. In januari is het rond gekomen en in juni hopen we te verhuizen. Ook de manier waarop we in korte tijd een huis vonden zien we als een bevestiging. Natuurlijk zullen we de mensen hier missen, we hebben zo lang met elkaar opgetrokken; tegelijk heb ik ook heel veel zin om in Wenen aan de slag te gaan.

Gerdien Karssen