In oktober was Ymkje Kuipers met de hulporganisatie Ro-manna in Roemenië. Samen met de groep medereizigers bezocht ze verschillende Roma-dorpjes en deelde onder meer kleding en rugzakjes met schoolspullen uit. “Als je de kinderen daar op blote voetjes ziet lopen, dan denk je: daar moet toch iets aan te doen zijn.”
“Een jaar of zes geleden ben ik ook naar Roemenië geweest. Ik kende iemand van deze stichting en had belangstelling voor wat ze deden. Toen er op een gegeven moment een plekje over was bij een reis, besloot ik spontaan om mee te gaan. Eigenlijk als een vakantie, maar dan met een ander soort bestemming. Sindsdien ben ik actief betrokken geraakt.”
Schrijnende armoede
Veel Roma in Oost-Europa worden gediscrimineerd en zijn uitgesloten van de samenleving. “De armoede is schrijnend. Ik weet nog dat we tijdens mijn eerste reis zo van een uitgebreide lunch met een hoge pief naar een vuilnisbelt reden: daar woonden de mensen tussen de rotzooi in lemen hutjes, vol gaten in het dak en met plastic voor de raamkozijnen. Onvoorstelbaar.”
Auto vol spullen
Na die eerste reis hield Ymkje contact met verschillende mensen van de stichting en ging ze zich er zelf ook voor inzetten. “Ik was een hele tijd officieel inzamelpunt, waarbij ik kleding en andere spullen in mijn schuurtje inzamelde. Daar ben ik mee gestopt, maar er komen nog steeds mensen kinderwinterjassen en -schoenen bij me brengen. Eens in de zoveel tijd, als mijn auto weer helemaal vol zit, rijd ik naar Noord-Groningen om de spullen af te leveren bij Ro-manna. Ook lege rugzakjes zijn welkom: daar worden schoolspullen in gestopt. Die zijn heel belangrijk. De kinderen van de Roma-gezinnen kunnen namelijk alleen naar school als ze zelf voor hun schriftjes, pennen en dergelijke zorgen. Krijgen ze niet zo’n rugzakje, dan kunnen ze niet naar school, daarna geen vervolgopleiding volgen en later geen baan vinden. Een kind dat wel naar school gaat, kan verder komen en de vicieuze cirkel van de armoede misschien doorbreken.”
Hulp hard nodig
De recente reis van Ymkje en de groep had tot doel om rugzakjes en andere hulpgoederen te brengen, contact met de mensen te hebben en opnieuw met eigen ogen te zien hoe hard de hulp nodig is. “We gingen er met negen mensen uit Nederland naartoe. Ik ging in mijn eigen auto, samen met een medereiziger, en daarnaast reden er nog een auto en een bus mee. Behalve met mensen en onze eigen bagage zaten die tot de nok vol met ingezamelde goederen.”
De groep ging allereerst naar Imre, de contactpersoon ter plaatse, die de groep bij hun bezoeken aan een aantal Roma-dorpen zou begeleiden. “Imre woont in het uiterste puntje van Hongarije, vlak bij de grens met Roemenië. Hij werkt via allerlei stichtingen voor de Roma, kent de mensen en helpt hen op allerlei manieren.”
Een gat in de grond
“In de loop van de week bezochten we zes verschillende dorpjes. In een aantal daarvan waren we zes jaar geleden ook geweest. Ik kon zien dat er een paar dingen veranderd waren: zo leken er wat boerenbedrijfjes te zijn gestart. Waar voorheen alleen huisjes waren, zag je er nu soms een stukje erf omheen waar wat kippen liepen. We bezochten ook een mevrouw die destijds in een gat in de grond met een dak erboven woonde: haar huis was namelijk ingestort. De stichting deed toen een oproep om deze mevrouw te helpen, en inmiddels is er een huisje voor haar gebouwd. Dat was goed om te zien. Ook ontmoetten we een meisje van een jaar of acht, negen, dat zwaar gehandicapt is. Zij had afgelopen zomer een rolstoel gekregen, waardoor ze nu mobieler was geworden.”
Hordes kinderen
De Nederlandse bezoekers werden overal warm verwelkomd. “Zodra we een dorp in reden, kwamen er meteen hele hordes kinderen op ons af. Daarna volgden de ouders. De kleding die we bij ons hadden, waren in gezinsporties verdeeld en werden uitgedeeld. Als kleren niet passen, ruilen de mensen het wel onderling. Naast kleren en schoolspullen krijgen de gezinnen ook hulp via het Wood&Food-project: met hout voor de kachel en voedselpakketten worden ze de winter door geholpen.”
Op blote voeten
De slechte leefomstandigheden van de mensen hebben opnieuw diepe indruk op Ymkje gemaakt. “Sommige mensen leven letterlijk op de vuilnisbelt: midden tussen het afval staan een paar hutjes. Zo groot als mijn schuurtje, en daar woont dan een heel gezin in, vaak met heel veel kinderen. Die kinderen zie je buiten lopen, op blote voeten, soms in alleen een truitje; geen ondergoed, geen schoenen, echt alleen een truitje. Heel heftig om te zien. En dat op twee dagen rijden van Nederland … Het raakt me erg als ik zie dat mensen het zo beroerd hebben. Heel triest.”
Ze vindt het best moeilijk om erover te praten wat het haar doet. “Maar ik wil het toch vertellen om mensen ertoe aan te moedigen mijn auto steeds opnieuw vol te stoppen met spullen. Wij hebben zó veel, zo’n overschot, en gooien zo gemakkelijk dingen weg … Dat doe ik zelf ook hoor, ik denk ook niet bij alles wat ik weg doe: dat kan nog naar Roemenië. Maar ik heb opnieuw gezien wat die spullen kunnen betekenen voor de Roma in Roemenië die helemaal niets hebben. Daarom ben ik blij dat ik iets kan doen.”
De stichting zamelt geld in voor voedsel, hout, medicijnen en voor vijf gezinnen voor een fornuis. Daarnaast zijn rugzakjes (zonder of met schoolspulletjes) altijd welkom. In november hebben we als gemeente de avondmaalscollecte voor deze stichting gehouden. Hartelijk dank voor uw bijdrage!
Gerdien Karssen
- Lees hier meer over de stichting Ro-manna: www.ro-manna.com.